Zelfportret 1990
spiegeling van wolken
in bad
drinkwater
Cato
Daan
Murmansk
onbekende man
onbekende vrouw
Nikel
Nikel
Katja
ijs
afgedankte matrassen
snackbar medewerker
onbekende man bij centraal station
december
NightTown, Rotterdam
NightTown, Rotterdam
olie op water
beveiligingsmedewerker
Scholier
23-07-2018
een avond
vogels zijn vrij
man bij een bushalte in Brussel
duiven
schaduw van een man
933
asfalt
Adamshof
Sofie
mist
twee mensen
binnenruimte
Anna
wolken van boven af
september 1995
sapiens
onbekende vrouw bij centraal station in Rotterdam
gratis Balisto repen
sex
man met een medaille
Gerdesia
Jona
29-08-2019
Leo de Jong
bij Zundert
Rotterdam
in leven
door lock system
Diana
een uitzicht
Aegidiusstraat
Noor
Pieter
schaduw van een man
Axel
bij Rotterdam
roken
afgedankte stoel met handdoek
Zoë
nieuwe wildernis, eiland Van Brienenoord
onbekende man
afgedankte stoel
water en wolken
onbekende man
kisten
verblijfplaats
Ranu
water
stilleven met deken
zelfportret
een avond
1178 bh
1507
Hassan
1597 zomer
1669 winter
Hester
deken
Keukenmuis
1996
1223
1205
bruidssluier
bos
Lena
water
twee torens
vliegen
zelfportret op een stenen muur
Patrick
Annabel
23-5-2024
water
Maik
1550
marmor
Digna
Digna
1657
Limburg
1666

Biografie/statement

Fotograferen

Ik portretteer voorbijgangers op straat, mijn kennissen en vrienden en mijn geliefden. Ook maak ik portretten in opdracht.
Daarnaast fotografeer ik de omgeving met wolkenluchten, bos, water en de stad met straten, mensen en gebouwen en gebruiksvoorwerpen.

In 1990 begon mijn fotografie met een zelfportret. Ik zit aan de keukentafel van mijn ouderlijk huis, met achter mij de verwilderde tuin en het braakliggende terrein wat achterbleef na de pas gesloopte woningen. Van mijn gezicht is door het tegenlicht niet veel te zien, maar aan mijn silhouet is duidelijk een jongen van rond de 15 te herkennen, die nieuwsgierig en met vanzelfsprekendheid poseert voor zijn nieuwe camera.
Dat ik wilde fotograferen wist ik zeker, maar ik wist niet precies wat, of wie. Daarom fotografeerde ik dus gewoon wat er voor mijn voeten kwam: zoals mijn vader bij wie ik woonde, een stokoude man die over een bruggetje schuifelde, mijn opa die bijna doodging, mijn beste vrienden op school, wolkenluchten en mijn vriendin die naakt voor me poseerde. Toen wist ik nog niet dat ik direct mijn manier van fotograferen al te pakken had, namelijk, dat ik op ieder moment van de dag onvoorzien een nieuwe foto kan maken waar ik blij mee kan zijn, die goed is omdat mijn persoonlijke verbinding erin is vastgelegd.
Vrijwel altijd heb ik een camera bij me want ik ga ervan uit dat het Hele Mooie er altijd en overal is en dat eigenlijk alles een onderwerp kan zijn. Er gaan dagen voorbij dat ik de camera in mijn tas meedraag zonder dat ik hem tevoorschijn hoef te halen; er is dan niets te zien, of ik sta er niet voor open. Ik wil er vertrouwen in hebben dat wanneer zich iets waardevols voordoet ik de camera al uit de tas heb gehaald voordat ik er zelf erg in heb, dat Het zich vanzelf op het goede moment zal aandienen.
Ik houd ervan om zonder duidelijke reden een stuk te gaan fietsen of te wandelen. Doelloze vrije tijd, waarin iets waarvan ik even geleden het bestaan niet wist heel belangrijk kan worden. Dat Iets is bijvoorbeeld een ontmoeting met iemand, of een landschap wat ik heb ontdekt.
Door de tijd heen komen de zelfportretten steeds terug, net als een aantal andere onderwerpen waar ik steeds opnieuw naar kijk, zoals bijvoorbeeld de onbekende mensen op straat en portretten van mijn kennissen en  geliefden. Ik maak graag stillevens in het atelier en verstilde landschappen rond de stad en ik probeer de natuur die ik daarin zie zo zuiver mogelijk waar te nemen.

Het idee dat uiteenlopende dingen gelijktijdig gebeuren vind ik inspirerend.
Alles staat met elkaar in verbinding en gebeurtenissen vinden plaats volgens de logica van de loop der dingen. Dat is mijn uitgangspunt bij het maken van mijn fotografie.
Daarom kan alles in mijn omgeving een onderwerp zijn en wil ik de foto’s die ik maak ook zo presenteren; onderwerpen door elkaar, zodat de beelden met elkaar in dialoog kunnen gaan.

Een belangrijke kernwaarde in mijn werk is dat ik het maak vanuit een verlangen om mijn persoonlijke verbinding met het onderwerp vast te leggen.
In alles wat ik fotografeer zoek ik naar een moment en een standpunt van aandacht en openheid. Ik kijk naar de wereld om mij heen, tot in de fijne details, en daar ben ik met mijn hele gevoel bij betrokken.

Tijdens het fotograferen van mensen onderzoek ik het subtiele verschijnsel dat, bij een ontmoeting, het gemoed van die persoon op mij overslaat en dat mijn gemoed ook op de ander overslaat. Zo ‘worden’ we elkaar, je kruipt als het ware even onder elkaars huid. In een portret zie ik daarom niet alleen de geportretteerde, maar ook iets van mijzelf.
Ik ben vaak geraakt door momenten van stilte, waarin het geleefde leven en dat van de (voor)ouders, de huidige tijd met het feitelijke moment, en het idee van een toekomst tegelijk zichtbaar kunnen zijn. Ook vinden verborgen verdriet en onzekerheid soms neerslag op het gelaat en in de ogen.

Hoewel ik af en toe een foto in kleur maak als het onderwerp daarom vraagt, is zwart/wit de norm in mijn fotografie. Het geeft een serene stille, tijdloze sfeer aan mijn onderwerpen en vormen worden belangrijker. Omdat ik met een analoge camera werk kan ik het hele proces van ontwikkelen en afdrukken zelf uitvoeren, wat bijdraagt aan mijn handschrift in het eindresultaat. De analoge afdruk geeft ook een zekere 'echtheidsgaratie', omdat er geen computer bij betrokken is die het beeld kan manipuleren.

Op 7 maart 1975 werd ik in Rotterdam geboren. Mijn vader, Leo de Jong, was kunstenaar en maakte abstracte en figuratieve schilderijen. Mijn moeder, Erica van Nierop, was ook kunstenaar en maakte tekeningen en collages. Rond mijn 14e begon ik mij voor de fotografie te interesseren. Ik maakte zwart/wit foto’s in mijn directe omgeving, ontwikkelen en afdrukken deed ik zelf in de donkere kamer die mijn vader voor mij had geïnstalleerd. Daarbij was ik geïnspireerd door de fotografen Peter Martens (bevriend met mijn vader en bovenbuurman, die mij hielp met de eerste stappen met mijn camera en mijn donkere kamer), Don McCullin, , Josef Koudelka, W.Eugene Smith en Henri Cartier Bresson. Na een paar jaar kwamen Ed van de Elsken, Johan van de Keuken, Robert Frank en Anders Peterson erbij als favorieten.
In 2000 studeerde ik af aan de Gerrit Rietveld academie in Amsterdam. Tijdens deze opleiding ben ik onder invloed van het werk van Craigie Horsfield, Koos Breukel (een van mijn docenten), August Sander, Rineke Dijkstra, Diana Arbus, Judith Joy Ross, Lucian Freud het portret als genre gaan waarderen. Ik studeerde af met een serie portretten die ik in Amsterdam op straat maakte.
Ik had een oude Crown Graphic 4x5 inch grootformaat camera die ik op een statief op zorgvuldig gekozen plaatsen in de stad neerzette. Dan keek ik naar de gezichten van de voorbijgangers. Als er iemand aankwam die mij op de een of andere manier opviel, dan nodigde ik hem/haar uit om plaats te nemen voor de camera. Door het stilzitten (een voorwaarde voor een scherpe foto) ontstond er ondanks de drukte van de stad om ons heen een geconcentreerde verstilde stemming. Op het vluchtige moment dat ik de mens achter het gezicht kon zien maakte ik de foto. Later kon ik op de contactafdrukken uren bezig zijn met het vergelijken van de fijne nuances in de gezichtsuitdrukkingen om te bepalen wat ik de beste opname vond.